Op maandagmiddag 3 februari organiseren onderzoekers een onderzoeksbijeenkomst: betekenis geven aan de verhalen over de Amsterdamse buurtteams.
De onderzoekscoalitie bestaat uit Storyconnect, Meetellen/CVC en doet onderzoek met verhalen over Buurtteam Amsterdam. Dit onderzoek is participatief. Een belangrijke stap halverwege het onderzoek is de duiding van verhalen door vertegenwoordigers vanuit alle groepen.
Wanneer: Maandag 3 februari, 13.00 – 17.00 uur Waar: Huis van de Wijk Mansvelt, Karel Doormanstraat 125 Voor wie: buurtteammedewerkers, partners, bewoners uit alle stadsdelen en medewerkers van gemeente Amsterdam
Wat kun je verwachten?
Lezen en delen van unieke verhalen uit de stadsdelen
Herkennen van belangrijke thema’s en inzichten
Open gesprekken over wat werkt en wat beter kan
Actieve samenwerking aan een sterker buurtteam
Dialoog met wethouder Alexander Scholtes als afsluiting
Ben je beschikbaar op maandagmiddag 3 februari?
In staat en bereid verhalen te lezen die door inwoners en medewerkers Buurtteam en andere organisaties zijn ingestuurd? Kun jij jouw collega’s of mede-inwoners vertegenwoordigen in een werksessie? Ben je bereid vertrouwelijk om te gaan met de informatie die je leest?
Herken je jezelf in bovenstaande criteria, geef je dan HIER op!
We streven naar een vertegenwoordiging vanuit de vertellende groepen en stadsdelen. Daarom zal worden geselecteerd in de aanmeldingen. Dit bekent dat je aanmelding niet automatisch betekent dat je deelneemt. Je hoort uiterlijk 24 januari 2025 definitief of je mee kunt doen.
We hopen op jullie waardevolle medewerking om de toekomst van de Buurtteams te versterken.
Reinier Schippers (1 november 1962 – 24 november 2024) was het hart en geheugen van het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis. Hij gaf ANE inspiratie en richting en laat een leegte achter die niet te vullen is. Hij leeft voort in gedachte en alles wat we zullen doen, en elke stap die we zetten. Dankjewel Reinier.
De kracht van SAMEN!
“Mijn naam is Elsje van Dijk en ik heb het geluk gehad Reinier goed te kennen. Zijn laatste bericht vlak voor zijn overlijden had de boodschap: De kracht van SAMEN! Zo ken ik Reinier ook. Hij betrok zoveel mogelijk mensen bij de dingen die hij oppakte.
In het kader van SAMEN speelde Reinier een grote rol binnen het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis. Een netwerk waarin we elkaar kunnen ondersteunen, en gebruik kunnen maken van elkaars krachten en talenten. Dat dit niet altijd van een leien dakje ging maakte hem nooit moedeloos, keer op keer verzon hij nieuwe ingangen.
Hij was een inspiratiebron voor velen. ‘Houd moed & heb lief’ stond er onder elke mail. Dit was echt wie hij was. Een warm liefdevol mens met oog voor de ander. Oog voor talent, voor mogelijkheden. Oog voor verbinding. Altijd lerend van de ander, maar ik weet dat er velen ook van hem hebben geleerd. Een van zijn wijste lessen is: ‘de kunst van het niet zeker weten’. Ga niet uit van een scenario, luister naar de ander.
Luisteren kon hij heel goed. Sterker nog, op de dag dat hij mij belde met het verhaal van zijn opname wilde hij eerst weten hoe mijn verjaardag was. Nee Reinier, eerst jij.
Maar Reinier, dat jij eerst ging is een groot verlies voor velen. En een groot verlies voor de ervaringsdeskundigheid.”
Jette Bolle, gemeente Amsterdam
“Ik weet niet meer wanneer ik Reinier voor het eerst heb ontmoet. Wel dat we vanaf het begin eerlijk en open met elkaar communiceerden. Over van alles.
Toen ik door Movisie werd gevraagd voor een landelijke werkgroep over ervaringsdeskundigheid in beleid, heb ik hem meteen gebeld. “Wil je meedoen? Want ik wil niet zonder ervaringsdeskundige daar aanschuiven”. Dat was goed.
Ik heb Movisie gebeld en gezegd dat we samen kwamen en Reinier een bijdrage vroeg. Geen boekenbon, maar facturen. Dat werd geregeld.
Bij de eerste bijeenkomst bleek al dat hij veel meer deelnemers kende en dat ik veel nog kon leren. Mijn kennis kwam vooral uit de hoek van het VN-verdrag handicap en minder uit de herstelbeweging of GGZ.
Met veel geduld stuurde Reinier me allerlei leesvoer en praatte me een paar keer bij. Daarna hebben we nog vaak samen opgetrokken. Altijd vanuit een collegiaal gevoel. Maar ook super hartelijk en inderdaad met liefde.
We waren het niet altijd met elkaar eens, maar deelden een passie voor eigen regie, samenwerken en mensen en hun ervaring en visie serieus nemen.
We hebben samen veel gepraat, vergaderd, en in vertrouwen informatie gedeeld, maar ook veel gelachen. We waren samen sluwe vossen in een bureaucratische wereld.
Jij schoof niet aan in mijn wereld, maar organiseerde een eigen tafel voor twee van waaruit we vele gesprekken samen voerde.
Reinier, ik ben blij dat je mij aan je tafel hebt uitgenodigd. Ik zal je erg missen! Veel sterkte voor al zijn vrienden, partner en collega’s. “
Voor Reinier, Patrick & Esmeralda
We staan hier vandaag – als tandem – om afscheid te nemen van Reinier – vriend en bondgenoot. Beste Reinier, lieve Reinier, vriend, mentor, criticaster, altijd open en eerlijk. Wars van politiek, maar niet te beroerd om, daar waar jij voor staat, het gesprek op het scherpst van de snede te voeren. Reinier was wild, kwetsbaar, warm en ongelooflijk integer. Hij vloog soms uit de bocht, maar altijd vanuit zijn hart. Elke reactie, elk verhit gesprek was doorvoeld – nooit oppervlakkig.
Dankbaar voor al het voorwerk wat jij gedaan hebt. Voor de rol die je hebt gespeeld in de ontwikkeling van Ervaringsdeskundigheid in de stad en in het land. Al wil je deze erkenning niet zelf dragen, je hebt die wel verdiend. Hij wilde gezien worden, echt gezien. En, hij wilde een genereus netwerk bouwen, zelfs als het netwerk niet altijd even genereus voor hem was. Altijd anderen er bij halen, want we doen het samen. Nooit alleen, altijd samen ondernemen, dat is jouw werkwijze. Waar ik ook kom, als ik jou naam noem is er herkenning. We zullen jouw werk voortzetten.
‘Hoi, met mij – bel me terug’ – hoeveel mensen in deze zaal kennen die zin niet? Een eenvoudige vraag die zoveel meer was en die ik nog vaak had willen horen. Meestal eindigde het gesprek met een compliment. Over iets dat je had gezegd en hij zei dan ‘je helpt me’. Nu denk ik dat hij ons hielp. Ja, en hij zei het wel op het moment dat hij het eigenlijk niet met je eens was… klopt!
Reinier, we zijn dankbaar voor al wat je hebt gedaan binnen ANE, al kostte het veel energie. Het was een energielek, maar opgeven of stoppen kon je niet. Zomaar een citaat uit onze gesprekken: ‘Mensen begrijpen niet wat een netwerk is, dat het geen organisatie is, dat het georganiseerd moet worden, maar niet “geregeld”. Dat het geen daadkracht hoeft te hebben, maar draagkracht’. Vandaag denk ik: we verliezen meer dan een vriend of bondgenoot. We verliezen het hart.
Ik, persoonlijk, had niet kunnen zijn wie ik ben zonder jouw begeleiding, zonder jouw geloof in mij. Je hebt nu rust. Geen administratieve rompslomp meer. Hier op aarde waren wij altijd maar druk. Plannen was niet jouw grote kracht, maar belofte maakt schuld. Voor vrienden had je altijd tijd en je deed wat je moest doen. Dank je wel voor al je wijze lessen, al had ik gewild dat ik al die boektitels iets beter in mijn brein had opgeslagen. In ieder gesprek, bij ieder probleem of uitdaging had jij een boek en een citaat bij de hand.
Maandag 9 december 2023, 13:30 – 17:00 uur Over de stand van zaken Ervaringsdeskundigheid in de Amsterdamse Buurtteams
Doen we het goed?
Op 9 december organiseert het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis (ANE) een conferentie om de bevindingen uit ons recente onderzoek te delen. Samen duiken we in de verhalen en inzichten van ervaringsdeskundigen en buurtteammedewerkers over de waarde en rol van ervaringskennis in de buurtteams.
Wat kun je verwachten?
Presentaties en reflectie op de onderzoeksresultaten
Gesprekken met o.a. Wethouder Scholtes
Interactieve deelsessies over verwachtingen, waardering en inbedding van ervaringsdeskundigheid
Locatie: Wordt nader bekendgemaakt
Zet deze datum alvast in je agenda (of meld je meteen hier aan) – binnenkort de volledige uitnodiging!
In haar bijdrage neemt Sharon je mee in vijftig jaar hervormingsbeleid van passend onderwijs en jeugdzorg. Welke doelen probeerde de overheid met dit beleid te behalen, en met welke achterliggende ideeën? En belangrijker nog: hoe pakte het beleid uit voor de samenleving in het algemeen, en de ouders en kinderen die met het beleid in aanraking kwamen in het bijzonder?
Naar haar indruk vragen de onderzoeksbevindingen om diepe maatschappelijke overdenkingen, waar we tijdens de bijeenkomst al een start mee maken.
Sharon Stellaard (1982) promoveerde in 2023 aan de VU op een onderzoek naar vijftig jaar hervormingsbeleid in passend onderwijs en jeugdzorg. Haar bevindingen geven gegronde redenen om de aannames over de verwachte effecten van beleid kritisch te onderzoeken. Hoewel beleidsvorming altijd met onzekerheden gepaard gaat, kunnen onjuiste aannames ertoe leiden dat beleid niet de gewenste resultaten oplevert of zelfs averechts werkt. Sharon pleit daarom voor meer aandacht voor de kwaliteit van deze aannames, zodat beleidskeuzes beter onderbouwd zijn en voldoen aan de eisen van een rechtvaardig en effectief bestuur.
5 JAAR ANE Terug- en vooruitkijken met elkaar: waar komen we vandaan, wat hebben we bereikt en waar gaan we naar toe?
WORKSHOPS
– Rijker armoedebeleid met Ervaringsdeskundigheid! De invloed van ervaringskennis op gemeentelijk beleid en dienstverlening.
– Van afvinklijstje naar actie onderzoek! De kracht van ervaringskennis in onderzoek
– Kijk naar je eigen(heid). Waarom is het belangrijk dat er kleine, onafhankelijke initiatieven bestaan in Amsterdam?
– Kruip in de huid van de ervaringsdeskundige. Ervaringsdeskundigheid in je team.
– Jongeren als kompas. Ervaringskennis voor een betere toekomst voor jongeren.
– Wat is ANE? Maak kennis met het netwerk en maak een kring in oprichting mee!
ANE WIL …. We bespreken de droom voor over 5 jaar en nemen mee wat we leren uit de zaal en de workshops. Wat gaan we doen?! Met een 5 jaar ANE – donderpreek.
We begonnen met het motto ‘ANE is geen broodje aap’. Nu zijn we vijf woelige jaren verder. Dankzij de inzet van al onze deelnemers en bondgenoten, staat noodzaak tot inbreng van ervaringskennis inmiddels duidelijk op de kaart. We hebben al vele mooie bijeenkomsten en colleges kunnen organiseren en het een en ander bereikt, maar er is nog veel meer te doen. Tijd voor een terugblik. Het ANE kijkt alvast uit naar de volgende vijf jaar!
Het devies van bondgenoot van het eerste uur Martin Stam: “Netwerken met ervaringskennis, is werelden verbinden en steeds weer versteld staan van de werelden die er zo te winnen zijn.”
Het startte allemaal met het initiatiefvoorstel ‘HUP Ervaringsdeskundigen’ van Groenlinks-gemeenteraadslid Lene Grooten. Het voorstel beoogde een grotere inbreng van ervaringsdeskundigen in beleid en uitvoering in de zorg en sociaal beleid, en werd begin 2019 aangenomen. Hier lees je een interview met Lene daarover.
Tijdens een brainstormsessie onder een oude lamp in Buurthuis de Havelaar ontstond het idee om een netwerk op te zetten voor Amsterdammers met ervaringskennis, vertelt ‘Moeder der ervaringsdeskundigen’ Astrid Philips. Op de foto Astrid samen met mede-initiatiefnemers Martin Stam en Berend de Groote, vijf jaar later op dezelfde plek.
Juni 2019 is het zo ver: het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis wordt gelanceerd met een heuse ‘kick-off’-bijeenkomst. Meteen al blijkt er veel animo te zijn voor een verbindend netwerk. Hier kun je het verslag van deze geanimeerde startbijeenkomst teruglezen of de presentatie bekijken.
Nog geen jaar na de lancering breekt corona uit. Een moeilijke en voor veel mensen ook verdrietige tijd. Maar achter de computerschermen wordt druk doorgewerkt…
Ondanks alle beperkingen van die periode, is er een jaar na de kick-off een blijvend actief netwerk gevormd, dat ”groeit & bloeit”, aldus het eerste jaarverslag. In juli 2020 zijn er al 341 deelnemers aangesloten. Er worden (virtuele) netwerkbijeenkomsten georganiseerd en de deelnemers schuiven aan bij tal van andere bijeenkomsten en overlegsessies om hun ervaringskennis in te brengen.
Een belangrijk onderdeel van het ANE zijn de werkgroepen (nu kringen geheten). Deze werkgroepen zijn vooral praktisch bezig en buigen zich over actuele thema’s die een binding hebben met het initiatiefvoorstel ”HUP ervaringsdeskundigen”. Elke werkgroep bestaat uit een mix van ervaringsdeskundigen, ambtenaren en andere professionals.
Het 1-jarig bestaan wordt ook gevierd met een film, met in de hoofdrol de deelnemers en bondgenoten die de kar trekken. Hieronder een korte compilatie:
In actie komen om ervaringsdeskundigheid op de agenda te krijgen, betekent niet dat het ontbreekt aan humor en zelfrelativering. Dat wordt treffend in beeld gebracht door cartoonist Irene mulder, die de herkenbare illustraties maakt voor de website en de verslagen. Hier zien we haar aan het werk tijdens een van de netwerkbijeenkomsten:
Zodra de coronamaatregelen het toelaten, worden er weer tal van colleges en brede netwerkbijeenkomsten georganiseerd, die een gestaag groeiende groep geïnteresseerden aantrekken en betrekken bij de doelstellingen van het ANE. Uit de ontmoetingen tussen deelnemers komen geregeld ook fijne andere samenwerkingen voort. Zo vertelt Marlou Ruijter, kartrekker van de nieuwe Kring Kleine Initiatieven:
“Tijdens de netwerkbijeenkomst van afgelopen zomer, is er zo een match gemaakt tussen iemand die op zoek was naar werk met begeleiding, SCIP/ De Regenboog en Stichting Perceval. Marlijn is nu twee dagdelen per week aan de slag met het ordenen van de archieven van het Wegloophuis voor een publicatie daarover.”
Hieronder en bovenaan dit artikel zie je een kleine impressie van vijf jaar bijeenkomsten, colleges en netwerk-activiteiten:
Ondertussen wordt vanuit de actieve kringen en door hun bondgenoten volop aan de weg getimmerd om gedaan te krijgen dat inzet van ervaringskennis een volwaardige plek krijgt in het sociale domein. Een greep uit de behaalde resultaten:
De Kring Bondgenoten Teams ontwikkelde al meermaals adviezen aan de gemeente om bij te dragen aan de ontwikkeling van het werkkader voor buurtteams met betrekking tot de ervaringsdeskundige buurtteam medewerkers. Ook werd er een bewustwordingscampagne in het leven geroepen onder de noemer WAM: welkom, aansluiten, maatwerk.
De Kring Armoede/ Bestaanszekerheid formuleerde samen met actiegroep NoordAs het Manifest Besteedbaar Inkomen en betrekt bij haar overlegsessies professionals vanuit diverse Amsterdamse welzijnsorganisaties. Er wordt intensief samengewerkt met gelijkgestemde organisaties.
De Kring Naasten formuleerde tijdens een reeks bijeenkomsten deze verklaring om aandacht te vragen voor de positie van naasten van zorgbehoevenden.
Veel actieve deelnemers in het netwerk volgden al waardevolle opleidingen tot ervaringsdeskundige, waarmee ze hun ervaringskennis nu professioneel kunnen inzetten.
Esmeralda van der Naaten, kartrekker en bestuurslid coöperatie ANE: “Ik ben vanaf het begin fan van het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis, omdat het vernieuwend is op veel verschillende manieren. Het wordt stedelijk gedragen en is een bondgenootschap voor en door iedereen die ervaringskennis belangrijk vindt. Dus niet wij – zij denken, maar allemaal gezamenlijk voor een belangrijk doel, daar houd ik van.”
Astrid stond samen met Berend de Groote en Martin Stam aan de wieg van het ANE. Twee jaar geleden besloot ze uit het netwerk te stappen. We kijken met haar terug op waar het allemaal mee begon en Astrid neemt de ontwikkeling van het stedelijke netwerk kritisch onder de loep.
Auteur: Jevgenia Lodewijks
Binnen het Amsterdamse netwerk word je vaak ‘De moeder der ervaringsdeskundigen’ genoemd. Wat vind je zelf van die omschrijving?
Astrid, lachend: ‘Ik werk al minstens 20 jaar als ervaringsdeskundige en doe al 40 jaar vrijwilligerswerk. Dat is best wel lang, en in mijn begintijd was het echt pionieren. Je moest alles zelf uitvissen en uitzoeken. De HBO-opleiding voor ervaringsdeskundigen bestond nog niet, alleen de TOED of de GEO dacht ik, dus er was nog niet zo veel. Dat had ook wel een meerwaarde omdat we met z’n allen collectief dingen konden organiseren. Een leuke kant was ook dat je elkaar vaker tegenkwam, het was nog niet zo massaal.’
Zijn er veel mensen in het ANE die je al kent uit die tijd?
‘Zeker. Vooral in de grote MO, de grote maatschappelijke opvang, daar vind je de pioniers. Een paar mensen zijn helaas ook al overleden, zoals Edo Paardekoper, Hans van Eeken en Koos Koopal. Zij waren echte pioniers op het gebied van ervaringsdeskundigheid en hen kende ik al heel lang. Heel spijtig dat ze er niet meer zijn… Dini Glas is net als ik iemand die hier ook al heel lang mee bezig is. Je kunt ons wel oude rotten in het vak noemen, ja.’
Wanneer begon jouw interesse in inzet van ervaringskennis? Kun je iets vertellen over je voorgeschiedenis op dat terrein?
‘Ik was ooit opgenomen in het S.J.P. Dercksen Centrum. Toen kwam ik er achter dat heel veel mensen in mijn groep schulden hadden en vroeg ik me af hoe het toch zou komen dat zoveel mensen die in de GGZ belanden, schulden hebben. Echte schuldsanering bestond in die tijd nog niet. Toen ik klaar was met mijn behandeling, dacht ik: nu kan ik twee dingen gaan doen: achteroverleunen en meegaan in de flow dat ik zelf ook in de armoede zit, of ik kan er iets in gaan betekenen.
Ik koos voor dat laatste en kwam zodoende in de cliëntenraad van wat later inGeest zou gaan heten. In eerste instantie was ik daar echt zo’n waterdrager en enveloppenlikker: ik durfde niks te zeggen en luisterde alleen mee op de achtergrond. Maar vanuit die raad kwam ik in een fusie terecht. Het ging om verschillend bloed dat door de aderen ging, want de fuserende organisaties hadden een totaal tegenovergestelde instelling. Dat was voor mij een geweldige leerschool omdat je toch moest samenwerken; dus zo rolde ik er in.
In die tijd kwam Welzijn Nieuwe Stijl op in de Wmo en bleek dat het niet lukte om bepaalde doelgroepen te bereiken: de kleine taalgroepen, de doven en slechthorenden, de dak- en thuislozen, de mensen in de GGZ en de jongeren. Vanuit mijn werk bij cliëntenbelang ben ik toen GGZ-Wmo ambassadeur geworden bij wethouder Marijke Vos. Wij brachten alle signalen die we binnenkregen terug naar de wethouder. Mooi dat we dat met z’n allen deden.
In die periode ging ik ook de GEO-opleiding volgen en werken als ervaringsdeskundige. Zodoende kwam ik op het pad van Georgette Groutars, en zij wilde een organisatie gaan opzetten voor ervaringsdeskundigen. Dat werd het Makelpunt, waar ik toen een masterclass heb gevolgd die echt over ervaringsdeskundigen in welzijn ging. Je had in A’dam indertijd al wel dak- en thuislozen die werkten in de GGZ, maar de inzet van ervaringsdeskundigen in welzijn was vrij nieuw.
Nadat het Makelpunt-project was afgelopen, wilde Georgette zelfstandig verdergaan, en dat werd Team ED, het sociaal uitzendbureau voor ervaringsdeskundigen. Zo kwam ik daar 10 jaar geleden ook bij en werd ik zo’n beetje de kwartiermaker: ik ging naar plekken zoals inloophuizen en het Psychiatrie Café om mensen goed te observeren en te kijken of iemand me geschikt leek voor Team ED. En nu werk ik daar nog steeds.
Een leuk zijsprongetje: ik heb ook nog meegedaan aan het kraken van het pand voor SCIP. In die tijd zat ik in de kraakbeweging en woonde ik in kraakpand Weijers. SCIP is begonnen als wegloophuis voor de psychiatrie, voor mensen die waren weggelopen uit Santpoort. Ze hadden kraakwachten nodig, dus ik sliep daar op zolder en kwam overdag beneden in het inloophuis en de opvang. SCIP bestaat nog steeds, en zo heb ik daar indertijd toen ik nog heel jong was aan kunnen meehelpen.’
Ik begrijp uit je verhaal dat er al lang een brede beweging van onderop bestaat in Amsterdam, waarin veel wordt samengewerkt. Werd er ook al gezocht naar mogelijkheden om invloed te krijgen op beleidsniveau?
‘Ik was eigenlijk al vrij snel op dat beleidsniveau bezig, met wethouders Marijke Vos en Eric van de Burg, en later over armoede met de GGD en De eerste 1000 dagen van het kind. Met wethouder Marjolein Moorman heb ik ook veel te maken gehad… Dus terwijl iedereen nog bezig was met dakloosheid en verslavingen en GGZ, zat ik al op beleidsmatig niveau te overleggen over inzet van ervaringsdeskundigheid, maar altijd samen met andere ervaringsdeskundigen.’
Is het niet ingewikkeld om dat thema breder te trekken? Sommige mensen vinden het heel belangrijk om een scherp onderscheid te maken tussen inzet van ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid, omdat je mensen professioneel wilt kunnen inzetten en zij ook serieus genomen willen worden.Andere mensen benadrukken juist meer datdeervaringskennis iets is van waaruit je de verbinding kunt opzoeken. Hoe zie jij dat?
‘Ik zie een verschil tussen ervaringsdelers, ervaringsdeskundigheid en ervaringskennis. Ik denk dat iedereen wel een vorm van ervaringskennis heeft, maar bij ervaringsdeskundigheid of ervaringsdelers gaat het echt om de doorleefdheid van wat je hebt meegemaakt. Want het kan niet zo zijn als je hele leven een Gouden Boekje is geweest en je op sportles kon, op vakantie, goed onderwijs kon volgen, goede huisvesting had en ga zo maar door, dat als zo iemand dan een keer een burn-out heeft, die op basis van zo’n ervaring ervaringsdeskundige wordt. En dat is wel wat je nu een beetje ziet gebeuren.
Iemand met een doorleefd leven, die dakloos is geweest, in armoede heeft gezeten, rouw, verlies, stigma heeft meegemaakt, weet hoe het is om daar weer uit te komen. Dat zijn volgens mij de pioniers op het gebied van steun voor anderen om er uit te komen. Als je niet uit armoede komt, kun je je misschien wel voorstellen hoe het is om geen geld te hebben, maar mensen die weten hoe het echt is, dat zijn de rolmodellen op dat gebied. Mensen die dit soort situaties niet hebben doorleefd, vind ik meer lotgenoten of ambassadeurs, niet zozeer ervaringsdeskundigen. Ik zie een verschil tussen die drie.’
Ondertussen heeft iedereen wel een verhaal te vertellen over rouwverwerking of iets dergelijks, en zijn er ook mensen die vanuit een bevoorrechte positie zoiets meemaken en dan tussen de wal en het schip belanden. Is het naar jouw idee zinvol om over dergelijke verschillen in beleving een discussie te voeren?
‘Nou, als je het over armoede hebt, zie je wel echt een verschil tussen de mensen die generatie-armoede kennen, en mensen die er op een bepaald moment mee te maken krijgen maar wel een goede opleiding hebben gehad, huisvesting hebben, toegang tot cultuur, enz. Geen dure merkkleding kunnen kopen, is niet hetzelfde als echt arm zijn. Er is een groot verschil tussen weinig geld hebben en in armoede zitten. In de jaren ’70 hadden heel veel mensen een bijstandsuitkering, maar daardoor zaten ze dan niet vanzelf in de armoede. Natuurlijk kunnen ook mensen met weinig geld in de schulden belanden, maar als armoede van generatie op generatie is doorgegeven, is er echt sprake van uitsluiting, minder kansen op goed onderwijs en huisvesting. Nu worden al die situaties en ervaringen een beetje op één grote hoop gegooid, en volgens mij kun je dat eigenlijk niet doen.’
Maar je wilt natuurlijk wel mensen de kans geven om hun steentje bij te dragen als het gaat om inzet van ervaringskennis… Hoe zou jij dan een brug willen slaan tussen de mensen die zich willen inzetten voor dit thema, maar niet die ervaringen hebben, en de pioniers waar je het eerder over had?
‘Daarvoor heb ik indertijd het ANE opgericht samen met Berend, en later ook met Martin erbij. Ik zie ons nog zitten in dat hoekje onder die ouderwetse lampenkap in buurthuis De Havelaar, samen met Louise die er toen nog bij was, terwijl we met ons vieren heel gemoedelijk plannen zaten te bedenken over het ANE. Het was winter en heel schemerig. Een mooie herinnering. Berend ken ik al bijna 18 jaar, uit de inGeest-periode, want hij heeft altijd bij de DWI gewerkt speciaal voor mensen uit de GGZ. Hij heeft mij toen gebeld om het ANE op te richten omdat hij wist dat ik al heel lang als ervaringsdeskundige werkte. Later kwamen er meer mensen bij, zoals Esmeralda en Reinier en nog vele anderen.’
Astrid met mede-oprichters Martin en Berend, vijf jaar later in De Havelaar
Waarom ben je dan ook weer uit het ANE gestapt?
Astrid: ‘Wat ik moeilijk vind, is dat we eigenlijk een netwerk voor ervaringsdeskundigen zouden oprichten. We wilden het netwerk alleen inzetten om mensen te verbinden met elkaar. Maar wat ik zie gebeuren, en wat ook de reden is dat ik er twee jaar geleden uit ben gegaan, is dat naar mijn idee dominante partijen te aanwezig zijn, terwijl andere partijen dat niet zijn. Op de een of andere manier komt die beoogde samenwerking nog niet voldoende van de grond…
Ik heb heel erg nagedacht over hoe het komt dat dat niet lukt, dat iedereen op z’n eigen tokootje blijft zitten terwijl er wel behoefte is aan samenwerking, en ben er achter gekomen dat het een financiële kwestie is. Mensen zijn tegenwoordig overal afhankelijk van subsidies, aanbestedingen, van hoeveel mensen ze binnenboord houden en bereiken. Dus dan ben je ook heel erg bezig om te overleven als organisatie. En dan ga je eigenlijk voor jezelf, en niet zozeer voor de belangen van die anderen.
Dat speelt op veel plekken, maar is dus ook een van de redenen waarom ik toen uit het ANE ben gestapt. Op een gegeven moment werd het in mijn ogen een soort sociaal uitzendbureau, maar Team ED is dat al. Je moet niet in het vaarwater van anderen gaan zitten, je moet onafhankelijk blijven. Ik zag dat bepaalde organisaties die dominant aanwezig waren, ook steeds werden gevraagd voor samenwerking, terwijl ernog veel meer organisaties in Amsterdam en de rest van het land zijn. Die waren op een gegeven moment niet meer betrokken, en dat vind ik heel erg jammer.’
Hoe zit het dan met de doelstelling om al die partijen juist met elkaar te verbinden? Binnen het ANE gaat het toch vooral om de kringen, de thematische werkgroepen waar mensen zich gewoon bij kunnen aansluiten. Maar jij legt de nadruk op de financiën. Draait de invulling dan naar jouw idee te veel om de verwachtingen vanuit de subsidiegeversbij de diverse betrokken organisaties?
‘Ja, om de eisen die die subsidies met zich meebrengen, vanuit de gemeente en bepaalde organisaties. Mensen zijn allemaal weer afhankelijk van een organisatie boven hen. En wat er ook nog bijkomt, is dat het allemaal liefdewerk oud papier is. Dus je zet je vrijwillig voor iets in, maar ik denk dat mensen daar soms ook een beetje moedeloos van kunnen worden. Dat gevoel kom ik ook wel tegen…’
Dat is best wel een kritische kijk. Wij willen naar aanleiding van vijf jaar ANE een inventarisatie maken en daar horen ook de knelpunten bij, de onderlinge verschillen waar mensen samen uit zouden moeten kunnen komen, maar kun jij ook positieve dingen benoemen die in jouw ogen zijn bereikt?
‘Dat ik het knap en positief vind dat dit netwerk al vijf jaar bestaat in Amsterdam, en dat er steeds meer kringen zijn waar mensen zich bij kunnen aansluiten. Daar ben ik heel blij om. Je bent alleen afhankelijk van degenen die het trekken en leiden, en dat vind ik soms ingewikkeld. Er zijn natuurlijk ook heel veel wisselingen geweest. Het is best een grote groep, waardoor vaak onduidelijk is wie wat doet. Ik geloof wel heel erg in de kringen, dat vind ik een heel mooi concept.’
Iedereen is het er natuurlijk wel over eens dat het gebeurt in de kringen. Daar is veel beweging en vind je de mensen die echt aan de weg timmeren, en dat is ook de kern van het ANE, mits er mensen zijn die dat trekken en voor continuïteit zorgen. Kun je ook voorbeelden geven van behaalde resultaten op het vlak vanstedelijkesamenwerking uit de afgelopen vijf jaar?
‘Wat ik daar toch moeilijk in blijf vinden, is dat het altijd dezelfde mensen zijn die naar zo’n gesprek met de wethouder toegaan. Het is mooier als je dat kan laten rouleren. Mensen zijn snel geneigd om vast te houden aan wat ze in handen hebben. Dat komt ergens vandaan, dat snap ik, maar het is juist mooi om weer te gaan delen en verdelen, en van daaruit verder te komen.
Je ziet momenteel in het algemeen, niet alleen bij het ANE, dat mensen uit organisaties en de politiek, ook de wethouder, steeds weer met de mensen met een HBO-opleiding willen praten. Als het bijvoorbeeld over armoede gaat, is er niet alleen Tim ‘S Jongers. Ik wil juist ook de verhalen van mensen die niet worden gehoord, hoe het komt dat zij nog steeds in de shit zitten. Ik vind Tim een aardige jongen, maar zijn verhaal kennen we nu wel, hij heeft het gered door z’n studie. Maar waarom redt iemand anders het niet? Die verhalen wil ik horen, maar die komen bijna niet aan bod.
Het is allemaal gericht op veiligheid. Iedereen wil graag een ervaringsdeskundige, maar dan kiezen ze voor iemand met een HBO-opleiding vanuit de gedachte dat het dan wel goed zit. En ze willen geen te complex verhaal. Niemand wil een ervaringsdeskundige die met z’n kwetsbaarheid heel erg aanwezig is. Nee, want dat voelt niet veilig…’
En als we kijken naar wat er allemaal al wel is en hoe we dat in de toekomst verder vorm willen geven, hoe zie jij dat dan voor je?
‘Ik zou echt mijn best doen om meer organisaties er bij te betrekken. Wat je eigenlijk nodig hebt zijn een soort ambassadeurs, de pioniers, die telkens weer proberen mensen te verbinden, die een brugfunctie vervullen, dat zijn die rollen vanuit ervaringsdeskundigheid. Wat ik heel erg merk is dat de meeste mensen wel trainer willen worden of hulpverlener, maar geen zin hebben in dat pionieren.
Het heeft ook te maken met de visie op ervaringsdeskundigheid, en daar kunnen die mensen niks aan doen, want dat komt door het systeem. Als je een HBO-opleiding ervaringsdeskundigheid opzet, ga je eigenlijk al mee met de regels van het systeem. In feite gaat het niet om de theorie, maar om de competenties, om de ervaringskennis, de feedback en zelfreflectie. Ik ben zelf betrokken bij die HBO-opleiding, heb het mede opgericht omdat ze vanuit het systeem mensen willen met een opleiding op dat niveau. Maar eigenlijk moet je daar juist niet in meegaan. Het gaatom de vraag: hoe kan ik, vanuit wat mij is overkomen, een spiegel voorhouden voor een ander zodat die er uit komt? Zonder te zeggen je moet het zus of zo doen, want dat is ook fout… Hoe gaan we kijken wat jou helpt? Mij heeft dit geholpen, maar dat wil niet zeggen dat het jou helpt. Dat is ervaringsdeskundigheid.’
Dus eigenlijk draait het om bescheidenheid tonen naar de ander toe over de inzet van je verhaal…
‘Absoluut! Het gaat niet zozeer om iemands verhaal, maar om de collectieve ervaringskennis, en daar moeten we ons veel meer op richten. De stigma’s, de bejegening, rouw, verlies, armoede. Het netwerk gaat over het verbonden zijn vanuit die collectieve ervaringskennis, want dat is de kennisbron. Je hebt de theoretische kennis, de praktische kennis en de collectieve ervaringskennis.
Ik vind het heel flauw als het Buurtteam zegt: “We willen een ervaringsdeskundige op armoede, want die is er dan voor de mensen met schulden.” Iemand in een rolstoel weet ook donders goed hoe het is om buitengesloten te worden. Iemand met ervaring vanuit verslaving, GGZ of armoede weet dat ook.’
Dan heb je het over het zoeken naar de verbindende thema’s en hoe je elkaar daarin kan versterken. Hoe zie jij de rol van de kringen binnen het ANE daarin voor je?
‘Ik denk dat zo’n kring belangrijk is voor de verbinding in die collectieve ervaringskennis, een brugfunctie heeft om samen te vatten waar dat over gaat. Dat je uitgaat van één doel als je het bijvoorbeeld hebt over de Wmo, of een Wajong-uitkering aanvragen, of scholing, en daarin het collectieve kan meenemen. Dat je als deelnemer daadwerkelijk denkt van: aan die kring heb ik iets, want dat willen we met z’n allen.’
Dus collectieve belangenbehartiging vanuit praktijkvoorbeelden…
‘Inderdaad, het gaat niet om de eigen shit, die kan me gestolen worden… Het gaat om de collectiviteit.’
Dat is ergens ook een beetje tegenstrijdig, want die verhalen moeten wel verteld worden om te laten zien hoe het bijvoorbeeld is om uit generatie-armoede te komen, wat er allemaal voor gevolgen zijn en hoe het doorwerkt.
‘Ja, maar dan gaat het om de voorbeelden. Het is niet het einddoel.’
Maar op bijeenkomsten van lotgenoten vertellen mensen allemaal een eigen verhaal. Hoe maak je dan de vertaalslag naar het collectieve?
‘Een goeie tegenvraag is: Wat heb jij nodig gehad? Wat ben je tegengekomen? Wie is een steunpilaar geweest? Dat zijn steunende vragen. En het verhaal mag absoluut van mij hoor, het is niet zo dat ik vind dat mensen hun verhaal niet mogen vertellen. Maar stel dan de vraag waar mensen iets aan hebben gehad of waar het aan ontbrak. Want dat is dat collectieve, datgene wat je kunt gebruiken.’
Een urgente vraag: we hebben nu een regering die staat voor afbraak op gebied van zorg en maatschappelijk draagvlak, maar daarnaast is er al veel langer de ontwikkeling dat mensen steeds meer mantelzorgtaken krijgen door de vergrijzing, door alle bezuinigingen en tekorten in de zorg, enz. Al die dingen komen bij elkaar in deze tijd. Wat voor rol zie jij daarin weggelegd voor inbreng van ervaringskennis?
‘Dat is een heel belangrijke vraag… Een belangrijke rol die ervaringsdeskundigen daarin kunnen spelen is het meelezen en mee ontwikkelen van de beleidsstukken. Die stukken worden nog steeds vanuit een bureau geschreven door ambtenaren, terwijl je daar al zou moeten beginnen met de inbreng van ervaringskennis door mensen mee te laten lezen. Mantelzorgers en ervaringsdeskundigen moeten eigenlijk al vanaf dag één mee ontwikkelen, mee lezen en mee bepalen wat daar in moet. Ik maak nog steeds mee bij bijeenkomsten van mantelzorgers en cliëntenbelang dat er een stuk wordt gepresenteerd waar je dan even voor de vorm op mag schieten, terwijl in feite alles al vast staat op papier.
Eigenlijk moet je op alle niveaus mensen betrekken om ervaringskennis in te zetten. Het moet een derde kennisbron worden en overal normaal zijn, niet zoals nu een uitzondering.’
‘Daar moet je dus de kwartiermakers voor inzetten, de pioniers en gebekte ervaringsdeskundigen en zeggen: “Ga nou eens kijken naar je achterban, naar je lotgenoten…Ga kijken hoe je die kunt organiseren en bereiken, degenen die je niet hoort en ziet. Waar vind je die? Hen wil ik spreken. Jouw verhaal ken ik wel, jij komt er al uit…”’
Dus jij pleit er voor om juist mensen te betrekken die het nog steeds heel moeilijk hebben? En die de kans te bieden om op een volwaardige manier bij te dragen?
‘Ja, want wie zijn degenen die nu beslissen over die andere mensen die er nog in zitten? Dat zijn de ervaringsdeskundigen die zo goed kunnen praten enz., terwijl het juist gaat om die mensen die er nog in zitten. Hoe komt het dat je er nog in zit?’
Mooi streven…
‘Ja, maar dan moet je dus ook een beetje je trots opzij zetten. Ik spreek nog steeds ervaringsdeskundigen die allemaal op dit niveau willen zitten, met de burgemeester willen praten, de wethouder. Doe nou eens een paar stapjes naar beneden en zoek die achterban op. Denk even terug aan waar je vandaan komt, toen je zelf zo in de shit zat.’
Denk je dat het interessant zou zijn om gesprekken hierover te faciliteren vanuit het ANE?
‘Ik denk dat je vanuit ANE wel een Masterclass kunt organiseren over de vraag wat ervaringsdeskundigheid nou is en hoe je dat kunt inzetten. Maar misschien moeten we wel meer terug naar de gedachte dat er ook lotgenoten bestaan. Ervaringsdeskundigheid is een modewoord geworden. We gaan nu een beetje ten onder aan het succes van die term. In reclames van Specsavers zie ik dat woord ook al voorbijkomen. Het wordt nu wel heel snel gebruikt.
Ik ga niet zeggen dat je het moet dichttimmeren zoals bij Trimbos of Movisie, maar ik denk wel dat we een stapje terug moeten doen en ook een beetje meer solidair worden in delen. Als jij altijd degene bent die met de wethouder praat, dat je die positie ook eens aan een ander gunt. Waarom treden altijd dezelfde mensen op de voorgrond? Ik wil nu wel eens andere mensen horen en zien. Wat je ziet en ik al eerder zei: mensen gaan uit van veiligheid, dus ze kiezen voor dezelfde mensen, want die ken je al. Het is juist mooi om je creativiteit te gebruiken en ook dat pionieren in te zetten. En dat je soms op je bek gaat of dat het niet het gesprek wordt dat je wilt, hoort er ook bij. Daar leer je van.’
Eens. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de prestatiedruk van deze tijd, alles draait nu om geld. In de jaren ’70 en ’80 draaide het meer om autonomie. Maar als je geen ruimte hebt in de maatschappij om dat met elkaar te organiseren, wordt het heel moeilijk.
‘Klopt. En dat solidair zijn met elkaar mis ik af en toe ook wel. En dat heeft te maken met die financiën, denk ik dan weer. Productie maken, scoren…
Waar wij denk ik nog heel veel van kunnen leren, is de periode van de Gekkenbeweging. Dat waren de mensen die vanuit Santpoort een wegloophuis psychiatrie openden, een inloophuis, spreekuren hebben opgezet, voorlichting gaven. Die beweging heeft er heel erg voor gezorgd dat mensen solidair met elkaar werden, gehoord en gezien werden, zonder daar ook maar iets voor terug te verlangen, zonder dat er sprake was van een diploma of certificaat. Het ging erom dat je er uit kwam vanuit wat je zelf had meegemaakt. Om te laten horen en zien: dit is wat er gebeurt als je jarenlang wordt opgesloten, platgespoten, en dit is wat er allemaal moet veranderen. Vanuit die Gekkenbeweging is eigenlijk dat hele gebied van ervaringsdeskundigheid ontstaan, niet uit de verslavingszorg. In de verslavingszorg had je alleen lotgenoten, daar bleef het intern.
En vanuit het feminisme, van daaruit hebben we vooral heel veel kunnen bereiken: de FIDO, Vrouwen in de overgang, de Moeder-MAVO, Tegen Haar Wil, De Helse heks… Daardoor heb je nu in iedere GGZ-instelling een traumagroep. Dat hebben ze niet zelf bedacht, maar komt allemaal voort uit het alternatieve. Dat begon echt met Tegen Haar Wil. Daar werd voor het eerst bedacht om iets te doen voor mensen met een trauma. Vóór het bestaan van Vrouwen in de Overgang of de FIDO wist niemand dat je door de overgang manisch depressief of bipolair kon worden, of zelfmoordgedachtes kon krijgen.
De Gekkenbeweging kwam echt voort uit het BOS-principe van Martin Stam: van binnenuit, onderaf en samen. Waar we nu mee bezig zijn met ervaringsdeskundigheid, is van bovenaf. Met MBO-4 opleidingen, HBO. Het gaat van daar naar beneden. Maar die Gekkenbeweging kwam echt van onderop. Net als het feminisme en al die bewegingen die ik eerder noemde. Wat je tekort bent gekomen, wat je hebt gemist, daar ging je aan werken, voor strijden.’
Dus eigenlijk ging het om de emancipatorische bewegingen die vanuit de praktijk lieten zien hoe je ervaringskennis in kunt zetten als onmisbare derde kennisbron. En als je dit nou vertaalt naar deze tijd: wat voor bewegingen kunnen dat dan volgens jou voortzetten?
‘Het zou best het ANE kunnen zijn dat die pioniersfunctie op zich kan nemen. Of Cordaan, het Leger des Heils, Team ED, HvO Querido, De Waterheuvel, de Vrijwilligersacademie… Dat zijn allemaal organisaties die daar mee bezig zijn. Wat ik alleen mis in dat hele gebeuren, is de verbindende factor, de ketenfactor, de samenwerking. Iedereen zit toch nog op dat eigen tokootje.’
En de rol die Tim ‘S Jongers ziet voor wie hij ‘spreidstandburgers’ noemt?
‘Ik heb niets met de term spreidstandburger omdat ik dat zelf niet ben. Dat het er is vind ik best, maar ik behoor tot de mensen waar Louis Davids over zong “Als je voor een dubbeltje geboren bent, bereik je nooit een kwartje”. Ook dat is verdragen. Er zullen altijd mensen zijn die door omstandigheden niet verder opklimmen. De vraag is: hoe kun je dan toch iets betekenen voor die mensen, en waar kunnen zij hun verhaal doen?
Ik vind het ook moeilijk dat Tim het steeds weer heeft over ambtenaren die nooit de wijk in gaan en alleen van achter hun bureau dingen verzinnen. Ik spreek alleen maar wethouders en stadsdeelbestuurders die juist wel de wijk in gaan, zoals Lene Grooten, Marijn van Ballegooijen, Flora Breemer, Marjolein Moorman en nog een heleboel anderen. Een stapje hoger in de politiek kan dat best wel zo zijn, maar ik zie hier in Amsterdam juist heel gemotiveerde mensen. W in de wijk is opgericht door stadsdeelvoorzitter Marijn van Ballegooijen, samen met welzijnscoaches van Combiwel en Dynamo en mensen met ervaringskennis, dus het kan wel! Dat moet je benoemen. We moeten veel meer benoemen wat wel goed gaat. Aan de dingen die goed gaan, kunnen mensen zich optrekken. Mensen willen voorbeelden zien, horen wat er gebeurt als je er uit komt.
Ik moet altijd denken aan dat boek van Suzanna Jansen, ‘Het pauperparadijs’. Zij zei: “Bij ons is het doorbroken doordat meneer pastoor zei: ‘Die meiden moeten naar de MAVO. Die moeten niet naar de Huishoudschool, die moeten studeren.’” Dan heb je het over een steunpilaar. Ik denk altijd dat iedereen, ook jij en ik, de groenteman, de juf, zo’n steunpilaar kan zijn. En ik vind dat we ons moeten richten op die steunpilaren, het bredere netwerk van mensen. En dat je moet ontdekken bij jezelf dat je ook zo’n steunpilaar kunt zijn. In mijn geval was de steunpilaar een maatschappelijk werkster die zei “Leun maar achterover, ik neem het wel even over nu.”’
En die steunpilaren hoevenniet altijdmensen te zijn met ervaringskennis…
‘Absoluut! Het kan ook iemand vanuit de kerk zijn, de moskee, de synagoge…We moeten een beetje buiten de grenzen kijken, met een creatieve blik. Veel meer gebruik maken van het informele netwerk dat er al is, en ook van de zingeving… Zo’n pastoor, zo’n imam, kan heel veel betekenen. Ook daar moet je je als ervaringsdeskundige op richten, niet alleen je beperken tot het eigen kringetje.’
Het gaat natuurlijk ook om het opzoeken van de samenwerking en verbinding naar buiten toe, niet om het groepsbelang en de grenzen die dat oplegt.
‘Ja, het blijft altijd pionieren. Je kunt nooit zeggen dat het klaar is.’
Ben jij positief als je kijkt naar de ontwikkelingen in Amsterdam op gemeenteniveau?
‘Ik zie dat ze hun best doen, dat ze gebruik willen maken van ervaringskennis, maar ik zie ook dat ze vaak op dezelfde mensen terugvallen.’
Dus weer datzelfde punt van kritiek.
‘Dat zie je inderdaad vaak terugkomen, en dat is niet erg, want soms hebben mensen een enorme dosis ervaringskennis waar ze veel mee kunnen. Maar hoe mooi is het als jij dan op je pad iemand meeneemt die nog niet zo ver is? Ik neem altijd mensen mee als ik op gesprek ga. Dat is toch het mooiste wat er is? Dat je kunt delen en leren van elkaar en mensen dat steeds weer doorgeven aan anderen.’
Het tandem-principe. Maar dat doet het ANE toch ook al?
‘Ja, dat klopt inderdaad wel.’
Als je zou worden uitgenodigd om een keer een masterclass of college voor het ANE te geven, wat zou dan het onderwerp zijn?
‘Ik denk dat ik als onderwerp heel graag collectieve ervaringskennis en solidariteit op de agenda zou zetten. En vooral ook op alle drie de niveaus, dus op micro-, meso- en macro-niveau. Mensen zijn gauw vooral naar binnen gericht, maar juist dat externe is ook heel belangrijk. En ook gewoon een stapje terug doen, bescheiden blijven. Nog even over solidariteit: dat gaat ook om aan de mensen vragen wat zij willen, en niet voor hen dingen gaan invullen.’
Wat wil je het ANE meegeven voor de komende jaren?
‘Dat het uiteindelijk gaat over die solidariteit, het ruimte en aandacht geven aan anderen vanuit de collectieve ervaringskennis. Waar het allemaal om draait is die nabijheid, over de grenzen van de eigen ervaringen heen. Het gaat in feite niet zozeer om de woorden, maar om de nabijheid en zingeving.’
Heb jij nog een leuke anekdote over het ANE om mee te besluiten?
‘Ja, we hadden een congres in De Havelaar en ik stond daar op de gang toen er een mevrouw aankwam. Ik zei eerst tegen haar: “U mag er niet in, ze zijn bezig’’. En toen antwoordde ze: “Maar ik kom hier wat vertellen’’. Dat bleek wethouder Kukenheim te zijn. Ik had haar dus helemaal niet herkend, hahaha!’
Sinds de oprichting van het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis beleefden we samen veel mooie momenten, maar ook een aantal verdrietige. Deze betrokken deelnemers kunnen het vijfjarig bestaan niet meer met ons vieren, maar zijn er in ons hart bij.
‘Ben verder benieuwd wat de gemeente Amsterdam er van bakt.’
‘Als politicoloog blijf ik mij afvragen van, waarom blijft er bij grote groepen burgers toch zo’n afstand bestaan tot de politiek? Dit aan de hand van een immer uitdijende literatuurlijst.’
‘Het is echt nodig dat je een heel eind bent in je herstelproces. Dat je dit proces min of meer hebt kunnen afronden en dat het onderdeel geworden is van jezelf. Dat is volgens mij echt noodzakelijk om effectief ervaringsdeskundige te kunnen zijn, anders richt je alleen maar schade aan.’
‘Pas bij écht sociaal contact en goede sociale relaties vindt herstel plaats.’
‘De uitdaging is om hetgeen hier in de stad op het gebied van ervaringsdeskundigheid reeds is beproefd en zich in zijn volle breedte en diepte heeft bewezen, meer te laten samenwerken en uit te bouwen zodat het effect nog groter wordt.’
Mark Schramade(Buurtteam-professional)
1970-2024
‘Een lerende praktijk creëer je door Action Based Learning.’
‘Vroeger was het niet “professioneel’’ om over je eigen ervaringen te praten, maar nu komt er een verschuiving omdat ze door hun ervaringsverhaal beter kunnen aansluiten bij hun cliënt.’
Het Platform Armoede (Stichting Samenwonen Samenleven) organiseert op 17 oktober a.s. op de Dag van verzet tegen armoede, in de Ru Paré in Amsterdam, van 12.00 – 15.00 u (inclusief lunch), een bijeenkomst over het afkopen van schulden in Amsterdam (Nieuw West) naar het voorbeeld van de Gemeente Arnhem. Zie artikel https://vng.nl/artikelen/schuldhulpverlening-een-aanklacht-tegen-het-systeem
Bewoners, ervaringsdeskundigen, ambtenaren uit Amsterdam en Arnhem, formele – en informele organisaties uit Amsterdam Nieuw West, Nationaal Programma Samen Nieuw West, bewindvoerders uit de Ru Paré community, Buurtteams, ANE (Amsterdams Netwerk voor ervaringsdeskundigheid), Platform Armen nemen het Woord, Noordas, GGZ, politiek en onderzoekers uit die in een panel en met de zaal over het onderwerp gaan praten en discussiëren. Er zal ook een moderator aanwezig zijn.
Schrijver Abdelkader Benali zal de bijeenkomst openen en Mirre Stallen van de HvA zal vertellen over haar onderzoek naar de impact van armoede op de hersenen.
Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis bestaat vijf jaar! Daarom nodigen we je graag uit voor een extra feestelijke netwerkbijeenkomst onder het motto: Al vijf jaar ervaringskennis in actie! Iedereen die zich inzet voor een volwaardige inbreng van ervaringskennis in beleid, is van harte welkom.
Datum & tijd: 6 november van 14:00 tot 17:00 uur, met aansluitend een hapje en drankje.
Locatie: Keizersgrachtkerk, Keizersgracht 566, 1017 EM Amsterdam.
Je kunt je hier alvast aanmelden. Deelname is gratis.
Tijdens deze bijeenkomst blikken we terug op de mooie resultaten van de afgelopen vijf jaar en denken we samen na over hoe we deze verder kunnen vergroten. De workshops vanuit de actieve werkgroepen, onze ‘kringen’, gaan over verbinding tussen belangrijke thema’s en vernieuwende manieren van samenwerken. Meer informatie over de invulling van het programma volgt in onze nieuwsbrief van oktober.
Het ANE staat voor bondgenootschappelijk zoeken naar verbindingen tussen theorie en praktijk. Dat doen we door ervaringskennis, professionele kennis en wetenschap bij elkaar te brengen tijdens de bijeenkomsten en uitwisselingen vanuit de werkgroepen. We organiseren dit netwerk om te laten zien dat het benutten van ervaringskennis er toe doet. Vijf jaar geleden begonnen we met het motto ‘ANE is geen Broodje Aap‘. Ondanks het uitbreken van corona kort daarna en alle verdeeldheid in de samenleving, hebben de deelnemers en bondgenoten van het ANE gezamenlijk doorgezet om ervaringskennis op de kaart te zetten. Juist nu is het belangrijker dan ooit om samen te werken aan echte oplossingen voor de vraagstukken van deze tijd.
We hopen jullie allemaal te zien op 6 november en kijken uit naar de volgende vijf jaar. Samen maken we het verschil!