“We moeten er voor waken dat we geen nieuw type hulpverlener creëren. De ervaringsdeskundige moet vooral zichzelf blijven, een kritische expert van de leefwereld.”

In april 2019 kreeg het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis (ANE) van de Gemeente Amsterdam de opdracht “Wat is er voor nodig om in toekomstige buurtteams succesvol met ervaringsdeskundigen te kunnen gaan werken?” ANE Kwartiermaker Reinier Schippers, ervaringsdeskundige, ging met deze opdracht aan de slag. “We hebben ervaringsdeskundigen voor de verbondsteams geworven en begeleid. Zij hebben samen met hun collega’s in het ‘Verbond van 100’ gewerkt aan een ‘werkkader’, een soort handboek, waarin beschreven wordt wat er nodig is om succesvol in de buurtteams te werken.” Voor dit ‘werkkader’ heeft hij samen met de ervaringsdeskundigen en andere betrokkenen bij ANE een advies gegeven aan de Gemeente Amsterdam, waarin zij de randvoorwaarden voor de beroepsmatig werkende ervaringsdeskundigen in de toekomstige buurtteams beschrijven.

Nu binnenkort na ongeveer anderhalf jaar het einde van het ‘Verbond van 100’ nadert, ben ik benieuwd naar hoe het gegaan is. Hoe heeft Reinier dit traject ervaren? Hoe selecteerde hij ervaringsdeskundigen? Wat is er geleerd? Welk advies heeft het ANE aan de Gemeente Amsterdam gegeven? – door Matthijs Post

Wat dacht je toen je hoorde dat de Gemeente Amsterdam met ervaringsdeskundigen wilde gaan werken in Buurtteams?

Ik werk al ruim tien jaar als ervaringsdeskundige vanuit allerlei rollen in de zogenaamde OGGz en ik geloof in de cruciale meerwaarde van ervaringsdeskundigen in de dienstverlening aan Amsterdammers. Maar buiten de GGz om zijn er nog maar weinig organisaties die met ervaringsdeskundigen werken. Dat er nu meer ruimte komt in het sociale domein voor de inbreng van ervaringskennis en het ontwikkelen van ervaringsdeskundigheid biedt echt een grote kans.

Waarom was deze opdracht van de Gemeente Amsterdam heel interessant voor het ANE?

Ervaringskennis toepassen binnen een organisatie is nog relatief nieuw en in ontwikkeling. Toen ik hoorde dat er vier pilotteams zouden gaan oefenen en methodiek gingen ontwikkelen om hun ondersteuning beter aan te laten sluiten bij de behoefte van de Amsterdammer, dacht ik dit is een enorme kans om de waarde van ervaringskennis in de praktijk te laten zien. Want ervaringsdeskundigen zijn op een andere manier in staat om zich in te leven in Amsterdammers met serieuze problematiek. Zij kunnen relatief snel verbinding maken en zo de behoeften van die Amsterdammer identificeren. Bovenal kunnen zij collega’s helpen om de teamopdracht scherp te houden. En zo een ideale brug vormen tussen de zorg- en maatschappelijke dienstverlening en de Amsterdammer. En juist een ontwikkelomgeving geeft kansen om in gelijkwaardigheid met de andere professionals te onderzoeken wat het beste werkt. Immers niets staat vast, alles is bespreekbaar.

Jullie hebben een ‘leerlijn’ gekoppeld aan het werken in een verbondsteam? Wat is een ‘leerlijn’ en wat is de reden voor die combinatie?

Er is een verschil tussen beschikken over relevante ervaringskennis en ervaringsdeskundig zijn. Je ontwikkelen in die rol leer je niet uit een boekje. Dat doe je door je ervaring te delen met anderen, door te trainen, maar vooral door in een praktijksituatie samen te werken. De ervaringsdeskundigen komen in de ‘leerlijn’ onder andere samen in een intervisiegroep om hun ervaringen uit de praktijk te delen en om elkaar feedback te geven. En ze hebben de rollen in kaart gebracht, die ervaringsdeskundigen kunnen uitoefenen in (buurt)teams. Ook hebben ze onderzocht welke competenties er volgens hen nodig zijn voor het werken in (buurt)teams. Dat is een belangrijke basis voor een volgende groep ervaringsdeskundigen die in buurtteams gaan werken.

Hoe kwamen jullie aan geschikte ervaringsdeskundigen voor het werken in de verbondsteams?

We hebben een profiel geschetst met daarin een aantal competenties die iemand naar ons idee moet bezitten om succesvol te kunnen werken in de verbondsteams. We hebben daarna een twintigtal mensen uit het netwerk gesproken, die in ieder geval een ontwrichtende ervaring achter de rug hebben. Dat is meestal een ervaring uit een van drie gebieden zorg, armoede of migratie. Aan de hand van onze selectiecriteria en de benodigde competenties selecteerden we tien mensen te verdelen over vier verbondsteams.

Kun je een aantal criteria en competenties noemen die belangrijk zijn voor het werken in de verbonds- of buurtteams?

Een belangrijk criterium is dat mensen al ervaring hebben met het werken als ervaringsdeskundige met anderen. Of dat ze binnen een opleiding al ruimschoots geoefend hebt om hun eigen ervaring te verbinden met die van anderen tot een collectief kritisch verhaal. Ook mag je bijvoorbeeld verwachten dat mensen hun leven (weer) op orde hebben. Bij competenties kun je denken aan luisteren, kunnen reflecteren op je eigen ervaring en kunnen samenwerken met anderen.

Hoe heb jij dit ontwikkeltraject ervaren?

Ik ben heel trots en heb veel respect voor wat de ervaringsdeskundigen bereikt hebben. Het is een heel ambitieus traject geweest waarin we erg veel van hen hebben gevraagd. Ze kwamen in een nieuw team. Een team dat aan het ontwikkelen is. Dat geeft al veel onzekerheid. Toen moesten ze ook hun eigen rol, hun taken en hun positie binnen het team vinden. Ervaringsdeskundigheid is bovendien nog helemaal niet zo duidelijk omschreven. Er was veel vrijheid waarmee je zelf aan de slag kunt gaan. Voor mij zou het een snoepwinkel zijn, maar er zijn ook mensen die zich fijner voelen als er meer structuur is, meer duidelijkheid. Je moet initiatief nemen, om kunnen gaan met onzekerheid, blijven vertrouwen op jezelf, durven op je bek te gaan. Het vraagt flexibiliteit.

Kun je een aantal opbrengsten delen van dit ontwikkeltraject in de verbondsteams?

Het ANE heeft weliswaar een duidelijk advies gegeven aan de Gemeente Amsterdam, maar heeft ook ruimte opengelaten om dingen die nodig zijn in de praktijk de komende jaren verder te ontwikkelen. Voor ons is het duidelijk dat ervaringsdeskundigen experts zijn van de leefwereld en een andere rol hebben dan de hulpverleners in het team. We moeten er voor waken dat we geen nieuw type hulpverlener creëren. De ervaringsdeskundige moet vooral zichzelf blijven, een kritische expert van de leefwereld.

Hoe de ervaringsdeskundige betaald wordt, oftewel hoe werkgeverschap wordt ingevuld, is daarbij minder belangrijk. We vinden het wél belangrijk dat de werkgever ruimte biedt voor de ontwikkeling van het vak van ervaringsdeskundige, net zoals voor de andere professionals in een buurtteam.   

Het derde punt waarover wij geadviseerd hebben gaat over de vraag hoe vak ontwikkeling zou moeten plaatsvinden. Wij vinden dat je dat niet bij een buurtteam moet leggen maar hierin moet samenwerken in Amsterdam. Een ervaringsdeskundige moet onafhankelijk en kritisch zijn. Ook naar de organisatie waarbij hij/zij werkt. Vanuit een stadsbrede organisatie of netwerk kun je makkelijker mensen vervangen die om wat voor reden dan ook uitvallen. Dus denken wij dat we stedelijk met elkaar drie dingen moeten gaan organiseren:

  • opleidingen, zodat de ervaringsdeskundigen kwaliteit leveren en hun expertise vergroten
  • faciliteren van stedelijk intervisie, zodat ervaringsdeskundigen elkaar vakinhoudelijk ontmoeten en steunen
  • zorgen voor voldoende beschikbaarheid van verschillende ervaringsdeskundigen

Wat gaat er met de huidige ontwikkelde ‘leerlijn’ gebeuren nu de verbondsteams ten einde lopen?

Om het de ervaringsdeskundigen voor de toekomstige (buurt)teams iets makkelijker te maken nemen we een aantal onzekere factoren weg. Dit doen we o.a. door een opleidingstraject aan te bieden in samenwerking met de Vrijwilligersacademie, waarbij de lessen nog meer gebaseerd zijn op waar je tegen aan loopt in de praktijk. En de verbinding met de stageplek in de (buurt)teams en praktijkbegeleider wordt belangrijker. We werven op dit moment mensen voor de nieuwe groep.

Verwacht je dat er veel ervaringsdeskundigen nodig zijn in de toekomstige buurtteams?

Ik maak mij daar soms wel zorgen over. Ik ben bang dat er op korte termijn veel vraag komt naar ervaringsdeskundigen vanuit de buurtteamorganisaties. Dan is de verleiding groot om mensen van de straat te plukken en van de ene op de andere dag te bombarderen tot beroepsmatig werkende ervaringsdeskundige. Het zou jammer zijn als mensen daardoor niet goed toegerust worden voor hun complexe taak. Dat zou bovendien afbreuk kunnen doen op de goede naam die we nu als ervaringsdeskundigen aan het opbouwen zijn in de stad.

Waarom is een netwerk als het ANE volgens jou nodig voor de ontwikkeling van ervaringsdeskundigheid?

Je hebt naar mijn idee een netwerk nodig dat een soort neutrale positie probeert te houden en waarin het algemeen belang van ervaringskennis en ervaringsdeskundigen in de gaten wordt gehouden. Er zijn in Amsterdam veel ambitieuze organisaties, die een bijdrage willen leveren om ervaringsdeskundigheid te integreren in de dienstverlening aan de Amsterdammer. Maar op dit moment opereren deze organisaties vaak nog te autonoom. Iedereen werkt hard aan hetzelfde vanaf zijn eigen eiland, zonder elkaar te versterken. Met het ANE proberen we mensen, los van al die organisaties, met elkaar te verbinden. We zien hoe kennis en expertise dan als verbindend element iedereen kan helpen om vooruit te komen. En natuurlijk is de opbrengst vrij beschikbaar: we werken vanuit het principe van open source.

Hoe zie jij de toekomstige rol van het ANE?

Er moet nog veel gebeuren. We hebben bijvoorbeeld stageplekken en betaalde werkplekken nodig. We hebben enthousiasme nodig. Mensen die hierin geloven en volharden en zich bij tegenwind niet laten ontmoedigen. Ik denk dat we op een gepast tempo verder moeten gaan. Daarmee bedoel ik, het heeft geen zin om als een gek overal mensen met ervaringskennis te plaatsen. Ik geloof in ervaringskennis maar de inbedding hiervan in de huidige organisatiestructuur van de systeemwereld is complex. Het vergt tijd om daar samen een weg in te vinden. Oude structuren die werken en nieuwe initiatieven moeten proberen de verbinding aan te gaan: samen nieuwe wegen inslaan. Ik denk dat het nog decennia zal duren voordat ervaringskennis maatschappij breed, vanzelfsprekend, gebruikt wordt. Met het ANE zullen we mensen en organisaties blijven verbinden, om de kennis die verstopt zit in mensen naar boven te laten komen: door te doen!

De ontwikkeling naar de buurtteams in zeven verhalen:

Ga naar de inhoud